In het Friesch Dagblad van dinsdag 8 oktober 2013 wordt in het ‘Hoofdartikel’ afgevraagd wie de echte kwakzalvers in de gezondheidszorg zijn. Dit omdat ‘de illustere Vereniging tegen de Kwakzalverij de Kwakzalversprijs dit jaar aan vijf zorgverzekeraars gegeven heeft’. Afsluitend wordt gezegd dat het tijd wordt voor een rechtsgeding om na te gaan of burgers die zelf willen beslissen over welke geneeskundige behandeling ze willen door het beleid van minister Schippers worden benadeeld of gediscrimineerd. Wij van Keuzevrijheid.nl weten dat al; er is rechtsongelijkheid!
Friesch Dagblad, 7 oktober 2013
De illustere Vereniging tegen de Kwakzalverij heeft de Kwakzalversprijs dit jaar aan vijf zorgverzekeraars gegeven. Reden is dat de verzekeraars een opleiding aan de universiteit van Leiden laten verzorgen voor alternatieve genezers en therapeuten, op hbo-niveau. Dat vindt de Vereniging maar niks. Alles wat niet past in het ‘wetenschappelijke boekje’ van de gevestigde geneeskunde is in haar ogen kwakzalverij.
Die houding is zelf overigens ook niet erg wetenschappelijk. De geschiedenis van de wetenschap leert dat wat eerst onmogelijk, onwenselijk, schadelijk of onjuist leek, later soms wél mogelijk, wenselijk, heilzaam of juist bleek te zijn. De wetenschap ontwikkelt zich steeds verder en dat leidt tot een voortdurende vernieuwing van inzichten. De Vereniging kent die open wetenschappelijke houding niet, ze is ideologisch tegen alles wat ‘alternatief’ is. En ze ontkent, vanuit diezelfde onwetenschappelijke houding, dat er meer is tussen hemel en aarde dan de reguliere geneeskunde kan zien.
Daarmee wendt ze zich af van vele honderdduizenden burgers in Nederland die hun heil buiten het reguliere circuit zoeken. Precies hierom zal de Vereniging zeggen dat er alle reden is om ten strijde te trekken tegen alles wat alternatief is. Daarmee wordt volgens haar voorkomen dat nog meer mensen onzinnige, niet-werkzame of schadelijke behandelingen krijgen. De vijf zorgverzekeraars hebben het beter in de gaten. Ze constateren dat veel van hun cliënten vertrouwen hebben in andere vormen van geneeskunde. Om het minimumpeil van die vormen van geneeskunde min of meer te kunnen garanderen bieden ze een opleiding aan. Daarmee erkennen ze het maatschappelijk belang van het alternatieve circuit in de geneeskunde. En dat mag niet van de Vereniging tegen de Kwakzalverij.
Het is voorspelbaar dat de bozige houding van de Vereniging niets uithaalt. Niet alleen cliënten, maar ook de verzekeraars zelf hebben er alle baat bij dat het alternatieve circuit blijft bestaan: dat werkt vaak goedkoper dan de reguliere geneeskunde en de tevredenheidsstatistieken van cliënten van alternatieve artsen zijn niet afwijkend. Bovendien is het goed om te bedenken dat veel praktiserenden van alternatieve of complementaire geneeskunde als regulier arts zijn opgeleid. Ze hebben na hun jarenlange studie nóg eens jaren gestudeerd. En die zouden allemaal dom zijn?
Het is onzin om alle alternatieve genezers over één kam te scheren. En ja, er zijn onder die genezers mensen die het niet goed doen. Net zo goed als er reguliere artsen zijn die slecht werk leveren. En ja, mensen die met hun gezondheid tobben, zijn kwetsbaar en vatbaar voor ieder sprankje hoop dat wordt geboden – van alternatieve genezers en van reguliere genezers.
Helaas betoont de minister van Volksgezondheid zich een trouwe aanhangster van de Vereniging tegen Kwakzalverij. Haar beleid maakt het steeds moeilijker voor alternatieve genezers om hun werk goed te doen. Het zou interessant zijn na te gaan of burgers die zelf willen beslissen over welke geneeskundige behandeling ze willen door dit beleid worden benadeeld of gediscrimineerd.
Dat geldt zeker als wordt erkend dat levensovertuiging – religieus of niet – doorwerkt in de hele mens, diens opvatting over gezondheid, ziekte en genezing. Het wordt tijd voor een rechtsgeding op dit punt.